De blauwe reiger is de meest voorkomende reigersoort in Europa. Tegenwoordig vermindert het soort in aantal door de droogvallen van de meren waardoor de leefomgeving verdwijnt en dat door ingrijpen van de mens.

Hij is gemakkelijk te herkennen dankzij zijn afmetingen, omdat hij de grootste reiger in zijn soort in Roemenië. De veren zijn overwegen grijs, met een witte nek en buik. Vliegt op grote hoogte, met gemakkelijk gewelfde vleugels. Hij karaktiseert zich door de manier van vissen, staat onbewegelijk, met stijve nek, in alle hoeken uitkijkend naar vis, welke hij vangt met een extreem snelle beweging van de snavel.

Hij nestelt in het algemeen in rietvelden, in kolonies, op plaatsen die moeilijk bereikbaar zijn. In de maanden april-mei legt het wijfje 4 tot 5 eieren in een wit-groene kleur, waarvan het uitbroeden om beurten verzekerd is door beide partners eneri. De broedperiode duurt tussen de 25 en 28 dagen.

In de zomer ontmoeten de grauwe reigers elkaar in verschillende gebieden met oevers die zijn omringd door riet, die meer voorkomen in de Donau Delta. Eenmaal aan het einde van de herfst, vertrekt hij naar de winterplaatsen van zuidwest Europa en noordwest Afrika. Enkele exemplaren blijven in Roemenë in milde winters.