De esculaapslang is een niet-giftige slang uit de familie gladde slangen.

De maximale lengte is ongeveer 2 meter waarmee het een wat langere soort is in Europa. In het veld zijn de meeste exemplaren tussen 1,2 en 1,4 meter. De kleur is meestal donkergroen tot olijfgroen aan de bovenzijde en een beige tot gele buik. De buikschubben zijn grover om beter over bomen en takken te kunnen klimmer. Over de hele lengte zitten hier en daar witte puntjes op de schubben, vooral bij de flanken en soms in een patroon op de rug, en soms heeft de hals een lichte band.

De esculaapslang leeft van nature in grote delen van Europa met uitzondering van Spanje, de Benelux en rond de poolcirkel. Verder komt de esculaapslang voor in Iran en Turkije en ook op geïsoleerde plaatsen in Duitsland maar daar is de soort uitgezet. Deze soort is een uitstekende klimmer die ook wel op de bodem jaagt. De slang is niet kieskeurig qua biotoop; droog of vochtig, als het maar niet extreem wordt, zo is hij in zowel bossen als graslanden te vinden. Er dient wel enige vegetatie aanwezig te zijn om zich te kunnen verschuilen en om in te jagen. Het voedsel bestaat uit kleine zoogdieren en vogels, die eerst gewurgd worden en dan pas opgegeten.