Reuzenstern

De reuzenstern (Hydroprogne caspia) is een vogel. Het is de grootste soort van de familie sternen (Sternidae).

De reuzenstern is de grootste stern. Hij wordt 48 tot 56 centimeter lang en 575 tot 775 gram zwaar. De spanwijdte is zo'n 140 centimeter. De roep van de vogels is een luid reigerachtig gekras. De volwassen vogel heeft zwarte poten en een lange dikke rood-oranje snavel. De kop is wit met een zwarte pet, waar 's winters enkele opvallende witte veren in groeien. De nek, buik en staart zijn wit, maar de bovenvleugels en rug zijn bleekgrijs; de ondervleugels zijn ook bleekgrijs, maar met zwarte uiteinden. Het verenkleed van beide geslachten is gelijk.

De vogels duiken naar vis en blijven hoog boven het water op dezelfde plek hangen alvorens naar beneden te duiken. Soms worden ook insecten en eieren en jonge dieren van andere vogels gegeten.

Hun broedgebied is de grote meren en de oceaankusten in Noord-Amerika inclusief de Grote Meren en lokaal langs het grootste gedeelte van Europa, Azië, Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. Zij nestelen meestal op de grond tussen afval of drijvend materiaal, en geven de voorkeur aan drasland met zoet water. De Noord-Amerikaanse vogels migreren naar de zuidelijke kusten, het Caribisch Gebied en het noorden van Zuid-Amerika. De Euraziatische vogels migreren naar de tropische streken.

Tijdens het eierleggen en de eerste dagen van het broeden zijn reuzensterns zo gevoelig voor verstoringen dat ze soms massaal hun kolonie in de steek laten. Vermoedelijk daardoor zijn in 1947 bijna tweehonderd broedparen, na een noordwaartse reis van achthonderd kilometer, in het noorden van de Botnische Golf terechtgekomen, onder andere op het eiland en de zandplaat die als Grillklippan of internationaal alsSkvolpen Island bekend staan. Voorheen kwamen ze zo noordelijk in het Oostzeegebied maar sporadisch voor, maar reeds in 1971 werden 2300 broedparen geteld.